Nav-Jeevan

Facebook

Nieuwsbrief juli 2004

De straatkinderen van het eerste uur van Nav-Jeevan ontwikkelden zich geweldig in de afgelopen 1½ jaar. Zij leerden lezen, schrijven en rekenen. Hun gezondheid verbeterde door goede voeding en hygiéne. Regelmatig komen er nieuwe kinderen bij.

Een groot probleem is dat de kinderen onder zeer erbarmelijke omstandigheden leven. Als er te weinig inkomsten zijn moeten ze van hun ouders de straat op om te werken of te bedelen. Of ze vallen in handen van de verkeerde personen met alle nare gevolgen van dien. Na een tijdje verschijnen ze dan weer op het centrum. Om ze meer veiligheid, zekerheid en een kans op een goede toekomst te bieden is een hostel onontbeerlijk. Kinderen blijven dan dag en nacht, de kans op terugval is veel kleiner.

Het plan was er snel, er moest grond gekocht worden waarop een school en een hostel gebouwd konden worden. Maar grond kopen in India is niet hetzelfde als in Nederland. Een jaar lang onderzochten we de ene optie na de andere. Aanvankelijk dachten we helemaal rond te zijn met de koop van een groot woonhuis maar op het laatste moment ging dit niet door. Er volgden vele opties op stukken land maar iedere keer opnieuw rezen er problemen. Uiteindelijk zijn we geslaagd: we kochten een groot stuk land van 2.800 vierkante meter. Nederlandse NCDO-subsidie wordt aangevraagd. Na beschikking betekent dit dat elke euro die geschonken wordt voor de bouw verdubbeld wordt. De bouw start na de moesson in september.

In september brengen Iris Wilkinson en Aneeta Patel een bezoek aan Nederland, zij zullen donateurs en subsidiegevers voorlichten over de voortgang van het project en hopen ook u dan te ontmoeten.


Kinderen die dringend naar een hostel moeten. U herkent ze ongetwijfeld uit eerdere nieuwsbrieven.

foto: Pinky

Pinky

Pinky (12) was een van de ijverigste leerlingen van Nav-Jeevan. Pinky heeft geen moeder. Haar enige broer, de 14-jarige Suraj, is onlangs gestorven. Ze was verscheurd van verdriet. Mrs. Wilkinson heeft alles geprobeerd om hem in het ziekenhuis te krijgen maar hij weigerde. Suraj was tabak- en alcohol verslaafd en werkte in een soort winkeltje. Pinky is teruggevallen in tabakkauwen wat haar sloom en slaperig maakt.

foto: Mangal

Mangal

Mangal (5) en Sunny hebben geen ouders. Mangal had weer zoveel luizen dat zij open wonden op zijn hoofdhuid maakten. Hij moest geschoren worden, maar niet helemaal kaal omdat zijn huid er mee af zou gaan. Pas als zijn huid genezen is kan anti-luis shampoo gebruikt worden.


foto: Renuka

Renuka

foto: Hemant

Hemant

Na een echtelijke ruzie werd moeder met kerosine overgoten en verbrand. Sinds kort heeft de vader van Hemant (5), Renuka (8) en Rajkumar (11) een nieuwe vrouw met drie zonen. De stiefmoeder en haar zonen slaan Renuka. Zij en haar kleine broertje Hemant zijn toen gevlucht naar een krotje van een van de buren. Maar Hemant werd weer buiten gegooid omdat hij wat gestolen had. Hij slaapt nu in een oud schoolgebouw en zwerft rond met Sunny en Mangal. Ze bedelen als ze honger hebben.


foto: Shubanghi

Shubanghi

Shubanghi (11) heeft alleen een geestelijk gehandicapte gescheiden moeder en een broer. Shubanghi was altijd een trouwe bezoekster van Nav-Jeevan tot haar broer plots thuiskwam met een vrouw. Zij was zo opgewonden dat ze niet meer naar het centrum kwam omdat ze haar schoonzus niet wilde verlaten. Geprobeerd werd haar terug te halen maar niets werkte. Ze vermagerde sterk. Van de ene op de andere dag verdwenen de broer en zijn jonge vrouw weer. Shubanghi en haar moeder zonder inkomsten achterlatend. Gelukkig is Shubanghi weer terug in Nav-Jeevan.


Citaat uit e-mail van Iris Wilkinson (16 juni 2004)

Gisteren las ik het volgende in een boek:

Als je langs flitst in trein of auto zie je mensen niet zoals ze werkelijk zijn. Een sloppenwijk is iets dat je vervloekt, je ervaart het als lastig. alleen als je er echt heen gaat voel je de aanwezigheid van de mensen die er wonen. Zoveel mensen met gedachten, gevoelens en verlangens. Ik had nooit nagedacht over Dharavi, de grootste sloppenwijk in Bombay en Zuid-Azië tot ik er heen ging. Toen kwamen de mensen tot leven omdat we elkaar in de ogen keken en naar elkaar lachten. Kleine gebaren spreken een taal zonder woorden.